Groningen
Groningen uitspraak (info / uitleg) (Gronings: Grönnen of Grunnen, Fries: Grinslân) is een provincie in het noorden van Nederland met 596.163 inwoners (eind 2022), waarvan meer dan een derde in de gelijknamige hoofdstad Groningen woont. Naast het Nederlands is ook het Nedersaksisch (Gronings) erkend als officiële taal in de provincie.
Groningen grenst in het noorden aan de Waddenzee, in het noordoosten aan de inhammen Eems en Dollard, in het oosten aan de streek Oost-Friesland in de Duitse deelstaat Nedersaksen, in het zuiden aan de provincie Drenthe en in het westen aan de provincie Friesland. Qua oppervlakte is Groningen een van de kleinere provincies van Nederland. Deze relatief kleine oppervlakte wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan landschappen. De grens met Friesland werd definitief vastgesteld in 1724, die met Drenthe tussen 1817 en 1822. Dit nadat eerder lange tijd onduidelijk was waar, oostelijk van de Hunze te midden van veen en hei, zich de grens bevond. In 1577 werd hiertoe een kaarsrechte lijn getrokken, de Semslinie, naar het klooster in Ter Apel. Pas daarna kon het in cultuur gebracht en worden gewonnen (turfvaart). De rijksgrens met Duitsland (Koninkrijk Hannover) is vastgesteld in 1824 (Traktaat van Meppen). Bij Duitsland ging het echter alleen om de landsgrens; de watergrenzen in Eems en Dollard zijn echter nooit bepaald (niet na de Tweede Wereldoorlog toen daar wel gelegenheid toe was, noch bij het Eems-Dollardverdrag van 1960), omdat Nederland en Duitsland het daarover nooit eens zijn geworden (zie #Geschiedenis).
In de jaren zeventig was Groningen wereldberoemd als de graanschuur van West-Europa met diverse monoculturen. Daarnaast is er nogal wat veeteelt. Het kent met ruim 80% nog steeds uitzonderlijk veel landbouwgebieden. Dat heeft echter wel een prijs gehad, want het heeft nu het op één na laagste percentage aan bos in Nederland. Het is nu nauwelijks voor te stellen dat Groningen in het verleden meer oppervlakte aan bos had dan Drenthe (dat in de middeleeuwen uitgestrekte heidevelden had). Vooral echter in de nieuwe tijd (1500-1800) is er veel natuur aan de landbouw verloren gegaan. Nagenoeg verdwenen zijn alle oude Groningse bossen als het Lange-wold (Marum-Grijpskerk), het Vredewold (Zevenhuizen-Oldekerk) en het Threntowold (Kropswolde-Engelbert). In 2020 heeft Drenthe 13,2% oppervlakte aan bos, tegen Groningen slechts 3,1% (bron WUR). Er is alleen nog wat bos van enige omvang te vinden in Lauwersmeer, Noordlaren en Westerwolde. De weidse landschappen, die oorspronkelijk alleen in Noord-Groningen op de kleigronden te vinden waren, werden hierdoor kenmerkend voor de gehele provincie met vaak alleen langs wegen wat linten met bomenrijen. Aan het begin van de 21e eeuw had de provincie voor Natura2000 onvoldoende middelen om landbouwgrond voor nieuwe natuur te verwerven. Staatsbosbeheer heeft toen de beter betaalbare lager gelegen gronden geadviseerd en volledig te gaan voor ‘natte natuur’; dit is te zien in ’t Roegwold en Blauwestad. De provincie ligt dan ook erg laag, uitgezonderd het hoge land in het noorden en in het zuidoosten. Het hoogste punt van Groningen, de Hasseberg, 14,2 meter + NAP en ligt 2 km ten oosten van Sellingen.
De belangrijkste waterwegen in de provincie zijn de kanalen het Reitdiep, het Van Starkenborghkanaal, het Eemskanaal, het Stadskanaal en het Winschoterdiep. Groningen kent zeker ook rivieren, maar de meeste zijn in de late middeleeuwen verdwenen. Oorzaak is het vaak buiten hun oevers treden en problematische afwatering, waarna vanaf begin 15e eeuw grootschalige kanalisering volgde. Niet meer herkenbaar is nu het stroomdal van de Drentsche Aa die, vanaf Glimmen via Hoornsedijk en Hoge der Aa, de stad aan de westkant bereikte. De meanderende Hunze die, noordelijk van het Zuidlaardermeer via Waterhuizen, Roodehaan en Euvelgunne, de stad aan de oostkant bereikte is met een doorkruisend Winschoterdiep ook nauwelijks meer herkenbaar in het landschap. Alleen het laatste stuk waarin beide in het Reitdiep samenkwamen bij Wierumerschouw bestaat nog. De enige twee rivieren die nog wel grotendeels bestaan zijn de tegen Friesland aan liggende Oude Lauwers en het meanderriviertje de Westerwoldse Aa die ten zuiden van Wedde Ruiten Aa wordt genoemd.
Tot de provincie behoren drie kleine, onbewoonde Waddeneilanden: Rottumeroog, Rottumerplaat en Zuiderduintjes. Naar deze Waddeneilanden worden jaarlijks enkele wadlooptochten georganiseerd. Omdat er niemand meer woont, vindt er na een najaarsstorm geen onderhoud meer plaats. Met goedvinden van de provincie is Rijkswaterstaat in 1990 gestopt met zandsuppleties. In de middeleeuwen was er nog het eiland Bosch, na een storm is het in 1570 echter door de zee verzwolgen. Restanten van bewoning zijn in 2008 teruggevonden aan de oostkant van Schiermonnikoog, doordat de Waddeneilanden langzaam verschuiven in oostelijke richting. Hierdoor is Schiermonnikoog alleen deze eeuw al tweemaal een paar kilometer de provincie binnengewandeld. Om eventuele problemen met onderlinge verantwoording bij scheepsstrandingen te voorkomen heeft provincie Groningen de nieuw verworven kilometers strand vrij snel weer verkocht aan de provincie Friesland. Hierdoor is Schiermonnikoog nu weer helemaal ‘Fries’, hoewel bereikt via de haven van Lauwersoog. Groningen is daarmee de enige Nederlandse kustprovincie zonder een bereikbaar Noordzeestrand. Het Duitse eiland Borkum kan echter eenvoudig vanaf de Eemshaven met een veerdienst worden bereikt.
De provincie Groningen was vroeger ongeveer 100 km² groter, totdat in de 13e eeuw tijdens een storm ruim dertig dorpen onder water zijn gelopen en zo de Dollard is ontstaan. Het land liep destijds van Termunten, via het Nesserland (de haven van Emden) tot aan Ditzum (D) in het Reiderland, langs de Eems als getijdenrivier. Pogingen het land in de 20e eeuw weer in te polderen liepen spaak op onenigheid met Duitsland waar zich de grens destijds in de late middeleeuwen bevond. Het noordoosten van de provincie grenst aan het Eems–Dollardestuarium. In de streek rondom dit estuarium is in de loop van de geschiedenis veel landwinning geweest. De streek wordt vooral gekenmerkt door herenboeren met prachtige kapitale boerderijen en kleine arbeidershuisjes. Nergens anders in Groningen was het verschil tussen rijk en arm zo groot.
Onder het westelijke deel van dit gebied, in de voormalige gemeente Slochteren in Duurswold in Fivelingo, ligt een grote aardgasbel. De vermindering van de druk in de ondergrondse aardlagen leidt tot een meetbare daling van het maaiveld en regelmatig tot niet-natuurlijke aardbevingen.
Het zuidoosten, de Groninger Veenkoloniën, was oorspronkelijk een uitgestrekt hoogveengebied met veel heide en veenmeertjes dat vanaf de 17e eeuw ontveend en in cultuur gebracht is. Uit die tijd resteert een uitgebreid stelsel van kanalen voor de turfvaart, dat het gebied een welhaast wiskundig karakter geeft. Daarna werden hier vooral fabrieksaardappelen verbouwd, die de basis zijn van een uitgebreide aardappelzetmeelindustrie.
Oostelijk van de Veenkoloniën en het Oldambt ligt Westerwolde, een streek op zandgrond. De streek wordt gekenmerkt door een glooiend, kleinschalig landschap met veel bebossing en Meanderriviertjes. De streek lijkt meer bij Drenthe te horen dan bij Groningen.
Ook het zuidelijk Westerkwartier in het westen van de provincie ligt op een lage zandrug. Dit is een uitloper van de Hondsrug. Het heeft qua landschap, een coulisselandschap, veel weg van de Friese Wouden.
Het noorden van het Westerkwartier en Hunsingo kenmerken zich vooral door de wierden. Deze streek behoort tot de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Al voor de jaartelling werd begonnen met het winnen van land op de zee, eerst direct rond de wierden, later door het bouwen van steeds nieuwe dijken. Karakteristiek zijn de kerkjes die de wierden domineren en een geheel eigen bouwstijl vertegenwoordigen die eigenlijk alleen in Groningen en Friesland voorkomt, de romanogotiek.
Ten slotte is er de Stad. Oorspronkelijk waren de stad Groningen en plaatsen als Haren en Glimmen Drentse esdorpen, ontstaan op de Hondsrug. Het fort Gronenburg lag aan de Hunze, wat nu Finsehaven is.
Trivia: het oostelijkste punt van Nederland ligt in de provincie Groningen in het voormalige vestingstadje, tegenwoordig kuuroord: Bad Nieuweschans.